Wat lopen kan, moet je niet dragen…

Wat lopen kan, moet je niet dragen is een gezegde dat bij ons thuis nogal eens gebezigd wordt. Voordat je gaat wandelen, kan je maar beter even naar het toilet gaan. Al wat je daar kunt lozen, daar heb je tijdens het wandelen geen last van. Dit gezegde kreeg echter een compleet andere betekenis tijdens een interview dat ik laatst met een kraamverzorgende hield.
Tijdens het interview over ontwikkelingen in de kraamzorg kwam het hoofdstuk borstvoeding uiteraard naar voren. Kraamverzorgende Monique vertelde me over het belang van borstvoeding. Wonderlijk hoe het lichaam van de moeder de borstvoeding automatisch afstemt op de behoefte en ontwikkeling van de baby. Een natuurlijk proces dat je niet alleen bij de mens, maar ook bij andere zoogdieren terugziet.
Onderzoek
Direct na de geboorte van de zuigeling, komt de productie van moedermelk op gang. Uit onderzoek blijkt zelfs dat er verschil in samenstelling van moedermelk is bij verschillende type zoogdieren. Kijk je naar het gedrag direct na de geboorte, dan zijn de volgende types zijn te onderscheiden:
- dragers (mens, apen, koala’s);
- vluchters/Lopers (paarden, koeien, olifanten);
- verstoppers (vossen, konijnen, muizen).
De samenstelling van de moedermelk verschilt per type: zo bevat de moedermelk van dragers bijvoorbeeld meer suikers (ondersteunt groei van hersenen), van vluchters meer eiwitten (om botten en spieren snel sterk te laten worden) en van verstoppers meer vetten (langere tijd verzadigd, stil zodat ze niet door roofdieren worden gevonden).
Kritische vraag
Dat borstvoeding de beste start is voor een baby staat buiten kijf. Dat we als mens vroeg of laat overschakelen op koemelk, lijdt tot de volgende kritische vraag: “Doen we er wel verstandig aan om als drager de voeding van een vluchter te geven?”
Afijn, daar kan een aardige discussie over gevoerd worden, maar ik sluit graag af dat dit onderwerp mij aangenaam verrast heeft en stof tot nadenken heeft gegeven. Én natuurlijk een diepere betekenis aan ons familie-gezegde: “wat lopen kan moet je niet dragen”.
